De Revue Familie
Nog altijd domweg gelukkig in Hoksebarge
In het Twentse Haaksbergen, aan de rand van het veen, staat een boerderij waar traditie en nieuwe ontwikkelingen samenkomen. De boerderij, met haar knusse woonkeuken in traditionele Twentse stijl, vormt het kloppende hart van het leven van Graads en Jannaô, het revue-echtpaar dat al jaren lief en leed deelt. Samen met hun dochter Truike beleven ze er het dagelijks leven, vol herkenbare dorpsperikelen en gemoedelijke humor.
Hier ontmoeten ze regelmatig hun dierbare vrienden en familieleden als de koffie pruttelt op het fornuis en er zelfgebakken krentenwegge op tafel staat. Tone, de eeuwige vrijgezel met een hoge dunk van zichzelf, schuift samen met zijn vriend Gaitjan geregeld aan voor een kop koffie.
Ze bemoeien zich ongevraagd met het leven van hun vriend Graads, maar Jannaô (zij heeft duidelijk “de bokse an”) zet ze met regelmaat weer met beide benen op de grond. Gaitjan, beter bekend als “de oale grèwel”, is niet de snelste van het gezelschap. Met zijn scherpe opmerkingen en vreemde capriolen heeft hij vaak de lachers op de hand. Leida, de ietwat onnozele zuster van Jannaô, brengt haar eigen kijk op het leven en vormt een onmisbare schakel in de warme, soms chaotische dynamiek van de boerderij.
Hoewel het dorp trouw blijft aan zijn Twentse wortels, kan de moderne tijd niet worden genegeerd. De bewoners van de boerderij worden geconfronteerd met nieuwe technologieën, veranderende gewoonten en de snelheid van de buitenwereld. Toch vinden ze altijd een manier om deze invloeden op hun eigen manier te integreren in hun leven.
De vraag blijft: hoe behoud je de warmte en samenhang van het dorpsleven in een wereld die steeds sneller verandert? Door samen te komen in de boerderij, oude tradities in ere te houden en nieuwe invloeden met Twentse nuchterheid te omarmen, vinden de bewoners een evenwicht tussen vroeger en nu.
Daarbij is duidelijk dat dochter Truike een duidelijke link is naar de huidige tijd. Dat is niet alleen zichtbaar in de kleding (de hoofdrolspelers dragen nog de Twentse boerenkleding van de vorige eeuw en Truike is echt een meid van deze tijd), maar ze laat haar ouders met regelmaat merken dat ze er toch wat ouderwetse, achterhaalde gedachten op na houden.
Met humor, Twentse nuchterheid en een flinke dosis humor navigeren Graads, Jannaô en hun vrienden door de uitdagingen van het moderne leven, waarbij ze laten zien dat traditie en vooruitgang hand in hand kunnen gaan. Hun verhalen, doorspekt met diverse actuele zaken, weerspiegelen niet alleen het leven in Haaksbergen, maar ook dat van een veranderende maatschappij.
Dat alles met de volgende gedachte:
Ik heb er niet voor gekozen om in Haaksbergen geboren te zijn;
ik heb domweg geluk gehad.
In het Twentse Haaksbergen, aan de rand van het veen, staat een boerderij waar traditie en nieuwe ontwikkelingen samenkomen. De boerderij, met haar knusse woonkeuken in traditionele Twentse stijl, vormt het kloppende hart van het leven van Graads en Jannaô, het revue-echtpaar dat al jaren lief en leed deelt. Samen met hun dochter Truike beleven ze er het dagelijks leven, vol herkenbare dorpsperikelen en gemoedelijke humor.
Hier ontmoeten ze regelmatig hun dierbare vrienden en familieleden als de koffie pruttelt op het fornuis en er zelfgebakken krentenwegge op tafel staat. Tone, de eeuwige vrijgezel met een hoge dunk van zichzelf, schuift samen met zijn vriend Gaitjan geregeld aan voor een kop koffie.
Ze bemoeien zich ongevraagd met het leven van hun vriend Graads, maar Jannaô (zij heeft duidelijk “de bokse an”) zet ze met regelmaat weer met beide benen op de grond. Gaitjan, beter bekend als “de oale grèwel”, is niet de snelste van het gezelschap. Met zijn scherpe opmerkingen en vreemde capriolen heeft hij vaak de lachers op de hand. Leida, de ietwat onnozele zuster van Jannaô, brengt haar eigen kijk op het leven en vormt een onmisbare schakel in de warme, soms chaotische dynamiek van de boerderij.
Hoewel het dorp trouw blijft aan zijn Twentse wortels, kan de moderne tijd niet worden genegeerd. De bewoners van de boerderij worden geconfronteerd met nieuwe technologieën, veranderende gewoonten en de snelheid van de buitenwereld. Toch vinden ze altijd een manier om deze invloeden op hun eigen manier te integreren in hun leven.
De vraag blijft: hoe behoud je de warmte en samenhang van het dorpsleven in een wereld die steeds sneller verandert? Door samen te komen in de boerderij, oude tradities in ere te houden en nieuwe invloeden met Twentse nuchterheid te omarmen, vinden de bewoners een evenwicht tussen vroeger en nu.
Daarbij is duidelijk dat dochter Truike een duidelijke link is naar de huidige tijd. Dat is niet alleen zichtbaar in de kleding (de hoofdrolspelers dragen nog de Twentse boerenkleding van de vorige eeuw en Truike is echt een meid van deze tijd), maar ze laat haar ouders met regelmaat merken dat ze er toch wat ouderwetse, achterhaalde gedachten op na houden.
Met humor, Twentse nuchterheid en een flinke dosis humor navigeren Graads, Jannaô en hun vrienden door de uitdagingen van het moderne leven, waarbij ze laten zien dat traditie en vooruitgang hand in hand kunnen gaan. Hun verhalen, doorspekt met diverse actuele zaken, weerspiegelen niet alleen het leven in Haaksbergen, maar ook dat van een veranderende maatschappij.
Dat alles met de volgende gedachte:
Ik heb er niet voor gekozen om in Haaksbergen geboren te zijn;
ik heb domweg geluk gehad.

Jannaô (Sandy Nijhof)

Graads (Hennie Overkamp)

dochter Truike (Kyra Asbroek).

Leida ( Edith Leferink) de zuster van Jannaô.

Gaitjan (Henk van Sark )

Tone de eeuwige vrijgezel, (Jan Gerdes)